Gezicht op het kasteel Amerongen vanuit het noordoosten

Gezicht op het kasteel Amerongen vanuit het noordoosten, rechts de enveloppe / het eiland met weelderige beplanting (1802). C. van Geelen / Het Utrechts Archief / nr: 210070 - 1802 Publiek Domein 1.0

Kastelen & buitenplaatsen

Het Noordereiland van kasteel Amerongen

Gevormd door water, beheerst door tuinmode, verrijkt door verbeelding

In de tuin van Kasteel Amerongen bevindt zich een wonderlijke plek: een eiland. Wie vanuit de moestuinen over de lange as richting het kasteel loopt, passeert daarbij niet één maar twee grachten. Daartussen ligt dit bijzondere stukje van de tuin. Het eiland wordt ook wel de ‘enveloppe’ of ‘Noordereiland’ genoemd. Vanaf hier heb je vrij zicht op het statige huis, zie je een bos van hoog opgaande eikenbomen aan de zuidzijde van het landgoed en biedt een blik richting het westen je het landschap van de uiterwaarden. Ondanks de vele uitzichten voelt het eiland zelf beschut. Het is begroeid met bomen, brandnetel tiert er welig en het riet ruist langs de oevers. Het lijkt in niets op de strak gesnoeide piramidevormige buxushagen op het voorplein of de verfijnde bloemenborders in de boventuin – zo kenmerkend voor de tuin van Kasteel Amerongen. Is deze plek vergeten? Wat valt er te weten te komen over dit deel van de tuin? En wat is de aantrekkingskracht van deze plek? Je wordt meegenomen in een korte geschiedenis van dit ‘Noordereiland’. ​

Gezicht Op Voor En Rechterzijde Van Het Kasteel Amerongen (1905 1915)

Gezicht op de voor- en rechterzijde van het kasteel Amerongen vanaf het dichtbegroeide Noordereiland (of enveloppe), ca. 1905-1915. Uitgever F.F. Kuiper / Het Utrechts Archief, catalogus nr: 7001 - 1905-1915 Publiek Domein 1.0

Bepaald door water

Het verhaal van het Noordereiland, dat wordt gevormd door water, begint al in de middeleeuwen. In de 12de eeuw ontstond een nederzetting bij Amerongen in nabijheid van de rivier de Rijn. Tegelijkertijd werden dijken aangelegd en werd de moerassige grond drooggelegd, waardoor het land bruikbaar werd. Eind 13de eeuw werd een kasteel gebouwd met een omgrachting. De omgrachting van kastelen was een gebruikelijk verdedigingsmiddel, maar zal in het geval van Kasteel Amerongen waarschijnlijk ook een afwateringsfunctie hebben gehad, omdat het in laaggelegen gebied lag.

Opmeting Van Amerongen En Huidige Situatie

Opmeting van Amerongen binnen de grachten en huidige situatie. B. de Roij - 1683 Publiek Domein 1.0

Het Noordereiland op kaart

Toen het 13de-eeuwse kasteel in een brand geheel was verwoest, zag kasteelvrouwe Margaretha Turnor (1613-1700) haar kans schoon. Zij liet vanaf 1673 een heel nieuw onderkomen bouwen op funderingen van het oude kasteel. Het nieuwe ‘kasteel’ was feitelijk een representatief en statig woonhuis, gebouwd in de strakke variant van het Hollands Classicisme. Het was een stoer en hoog vierkant bakstenen gebouw, met de voet in het water, dat mede door de sobere detaillering ongenaakbaar en indrukwekkend oogde.

De tuin was minstens zo belangrijk als het huis, want ook hier konden de eigenaren hun status, rijkdom en kennis laten zien. Tussen 1675 en 1680 werd de nieuwe tuin aangelegd met veel kenmerken van de Hollandse Renaissancetuin. Die stijl was eigenlijk alweer uit de mode, door de opkomst van de indrukwekkende Frans-classicistische tuinen. Het is goed mogelijke dat de pragmatische Margaretha Turnor naast een statig maar sober woonhuis een verzorgde en doelmatige tuin wilde, zonder overdadige opsmuk.

Gezicht op kasteel Amerongen vanuit het noorden naar het zuiden

Gezicht vanuit het noorden naar het zuiden, uitkijkend over de enveloppe / het eiland richting kasteel en voorplein (1724). J. Stellingwerf / Het Utrechts Archief / nr: 107282 - 1724 Publiek Domein 1.0

De eerste plattegrond van de situatie na de herbouw is de landmeterskaart van Bernard de Roij uit 1683. Daarop is ook voor het eerst het Noordereiland te zien. De gelijkenis met de opzet van het huidige kasteel en de tuin is opvallend. De tuin bestond toen grofweg uit moestuinen in het noorden, een formele route langs een bastion en een voorplein in het oosten, een bomenplantage in het zuiden en een ‘eiland’ of ‘enveloppe’ direct ten noorden van het kasteel. Een ‘enveloppe’ verwijst naar een verdedigingswerk waarlangs troepen zich konden verplaatsen. Of het een echte verdedigingsfunctie had, is onbekend. De verschillende deelgebieden zijn van elkaar gescheiden door een stelsel van grachten. Ondanks dat het kasteel geen echte verdedigingsfunctie meer had, benadrukten die grachten nog altijd de status van ridderhofstad.

Gezicht op het kasteel Amerongen uit het noordoosten.

Gezicht op het kasteel Amerongen uit het noordoosten, met links het bastion en rechts de enveloppe / het eiland, ca. 1745-175. H. Spilman / Het Utrechts Archief / nr: 201071 - 1745-1755 Publiek Domein 1.0

Nutstuinen netjes omkaderd

Aan het eind van de 17de eeuw ging het in de vormgeving van tuinen over de beheersing van de natuur. De wilde natuur maakte lange tijd geen deel uit van het geïdealiseerde buitenleven. De tuin van kasteel Amerongen lag, en ligt nog steeds, duidelijk afgebakend in een laaggelegen polder. De  rechtlijnige omdijking met bomenrijen dient als bescherming tegen het water. Dit kon overigens niet voorkomen dat bij hoog water grote delen van het landgoed overstroomden.

Op de prent van J. Stellingwerf uit 1724 krijgen we een idee van hoe het noordereiland eruit heeft gezien. Er staan nog geen bomen en er is vrij uitzicht vanuit het kasteel richting het noorden. Het gebied is verdeeld in vakken met boom- en bessengaarden die netjes zijn omkaderd door haagjes. De opdeling van nutstuinen door haagjes is een oud principe en kwam al voor bij Romeinse boerenhoeven. Hagen beschermen planten tegen wind en dieren en maakten het mogelijk de natuur te beheersen en te onderzoeken.

In de Renaissance werden principes van de klassieke oudheid herontdekt. Toen werd het werk op het land en in de tuin als nobel gezien ten opzichte van het hooghartige leven van stadse elite. De aanwezigheid van vele ‘nuttige’ planten was dan ook typerend voor deze inrichting van de tuin en het Noordereiland specifiek. Ze dienden ook voor de voedselvoorziening van de bewoners, de gasten en het personeel.

Gezicht op kasteel Amerongen vanaf het eiland.

Gezicht op het kasteel vanaf de enveloppe / het eiland, langs de parterre de broderie en een stel kijkend naar het kasteel (1732). L.P. Serrurier / Het Utrechts Archief / nr: 201070 - 1732 Publiek Domein 1.0

Voor de sier

Eind 17de en begin 18de eeuw verschoof dat idee naar de achtergrond en waren het vooral symmetrie, weidse perspectieven en barokke versieringen die het ontwerp van voorname tuinen bepaalden. De eigenaren van kasteel Amerongen moeten hebben gevoeld dat hun renaissancetuin niet meer helemaal bij de tijd was. Tussen 1700 en 1750 kwamen er nieuwe plannen voor de aanleg van een brede laan met doorzicht naar het zuiden – volgens de stijl van de Franse tuinen uit die tijd. De zichtas naar het zuiden ging niet door, maar wel kwam er een doorkijk naar het westen toe. Direct achter het kasteel werd de verbinding tussen de binnen- en buitengracht verlegd om een statige brede waterloop te creëren. Met de vergraving van de waterloop werd ook het Noordereiland deels opgehoogd en uitgebreid, en kreeg het zijn kenmerkende L-vorm. Over deze brede waterloop werd een brug aangelegd tussen het Noordereiland en het zuidelijke terrein.

Er veranderde nóg iets op het eiland. De gravure van L. Serrurier uit 1732 laat nieuwe beplanting zien, dat past bij de sierlijke stijl die toen populair was.  Er was een ‘parterre de broderie’ aangelegd. Dit is een sierperk van laaggesnoeide buxus in bloem- en bladmotieven, afgewisseld met vulmaterialen zoals steen- en marmerslag, schelpen of zand. Gezien vanaf een terras of vanuit het huis komt dat het best tot zijn recht. Dit borduurwerk van buxusslingers was veel werk voor de tuinman, maar een lust voor het oog voor de bewoners en hun gasten.

Het is bijna niet meer voor te stellen, die grote mate van orde en regelmaat in de luxueuze buitenverblijven van de adel, maar de wildernis stond in de 17de eeuw symbool voor wanorde en lelijkheid. Een Engels woordenboek uit 1650 typeert het bos als vreeswekkend, somber, woest, verlaten, eenzaam, naargeestig, onbewoond en  wemelend van beesten. Ook Nederlandse bronnen uit die tijd spreken niet lovend over de wilde natuur.

Gezicht op het kasteel Amerongen vanuit het noordoosten

Gezicht op het kasteel Amerongen vanuit het noordoosten, rechts de enveloppe / het eiland met weelderige beplanting (1802). C. van Geelen / Het Utrechts Archief / nr: 210070 - 1802 Publiek Domein 1.0

Engels Bos

Die houding ten aanzien van de ongerepte natuur kantelt in de tweede helft van de 18de eeuw. Terwijl de industrialisatie in de steden zorgden voor een gestage groei met vervelende neveneffecten, zoals vervuiling en ziekte, boden de gedichten en schilderijen van Romantici een nieuw beeld om naar te verlangen. Men verlangde naar ‘ongeschonden’ natuur, ver weg van de invloeden van de mens. Hierdoor ontstond een voorkeur voor landschappen van verder weg, zoals de bergen, stromende beekjes en bossen.

In het laatste kwart van de 18de eeuw werd de Romantische landschapsstijl geïntroduceerd in de tuin van kasteel Amerongen. Op een aquarel van C. van Geelen uit 1802 is te zien dat de tuin en specifiek het Noordereiland veel weelderiger is beplant. Het werd een parkje met bomen en een eenvoudige rondwandeling. Er waren sparren aangeplant en een treurwilg hing over de rand. De bomen zouden nog veel hoger groeien, waarmee het vrije uitzicht op de noordgevel van het kasteel steeds verder achter de bomen zou verdwijnen.

Toch was de landschapsstijl niet minder kunstmatig dan de baroktuin. Eind 18de eeuw was de Engelse tuin hip, en wat misschien nog belangrijker was: hij was goedkoper dan een Franse, die veel meer mankracht en onderhoud vergde.

Plattegrond Tuin 1910 door G. Bentinck

Kaartje van de plattegrond van de tuin getekend door G. Bentinck, ca. 1910. 1910 Publiek Domein 1.0

De overige tuindelen werden tussen eind 19de en begin 20de eeuw opnieuw sierlijk ingericht. Nieuw parterres en gevormsnoeide buxushagen werden aangelegd door de Franse tuinarchitect Eduard André (1840-1911) en zijn Nederlandse leerling Hugo Poortman (1858-1953), maar het Noordereiland bleef daarmee ongemoeid. Op een kaartje uit 1910 van de toenmalige eigenaar Graaf van Aldenburg Bentinck (1857-1940) zien we een padenstructuur met straatnamen, de locatie van een houten muziektent genaamd ‘Semper Crescendo’ en een huisdierenbegraafplaats met als oudste steen die van hond Hector uit 1887. Het Noordereiland bood plaats aan momenten van vermaak en stille herdenking.

Het Noordereiland als Plek

De tuin van kasteel Amerongen is altijd onderhevig geweest aan veranderende mode, maar de oorspronkelijke indeling uit 1675-1680 is nog altijd goed herkenbaar: moestuinen, oprijlaan, bastion, voorplein, bosplantage en Noordereiland bevinden zich nog steeds op dezelfde plek. Daarbinnen is de relatieve veranderlijkheid van het Noordereiland opvallend. Ook weten we niet exact wat de functie van dit Noordereiland is geweest, maar het is zeker dat deze niet zo strak bepaald was als bijvoorbeeld de moestuin of het voorplein. Wellicht is dat een belangrijke verklaring voor de verschillende beplantingsbeelden van het eiland: de eigenaren waren vrij om hier te experimenteren. Schrijver en historicus Adwin de Kluyver geeft ons een behulpzaam perspectief in De eilanden van goed en kwaad: ‘Eilanden bieden een niemandsland dat naar believen is in te vullen.’ Een eiland is een wereld in het klein, volgens de Kluyver, en die begrensde ruimte van een eiland leent zich uitstekend voor dromen over perfectie, controle en opnieuw denken.

Eilanden bieden een niemandsland dat naar believen is in te vullen.

Adwin de Kluyver

Terwijl het overgrote deel van de tuin sterk formeel is vormgegeven en veel onderhoud vraagt, voelt de weelderige begroeiing op het Noordereiland als een welkome afwisseling. Hier wordt je geflankeerd door de hoog opgaande bomen en het opdoemende kasteel. De omsluiting van het water geeft het idee hier alleen te kunnen wanen in de grote tuin met nog vele andere bezoekers. Misschien had één van de bewoners van het kasteel hetzelfde gevoel: het Noordereiland is een tussenruimte die je aangrijpt.

Het Noordereiland geeft het gevoel van een ‘Plek’, zoals Marcel van Ool het noemt: een ankerpunt in de buitenlucht, dat wilder is dan een aangeharkte tuin, maar ook geen echte wildernis hoeft te zijn. Door er vaker naar terug te keren en er langer te verblijven, kan er een diepe vertrouwdheid ontstaan. Veel filosofen en kunstenaars hebben of hadden zo’n Plek, zoals het Eiland van Saint-Pierre van Rousseau (1712-1787) of de Mont Sainte-Victoire in Aix-en-Provence die Paul Cézanne (1839-1906) eindeloos kon schilderen. Voor schrijfster Elisabeth Maria Post (1755-1812) was de natuur rond het dorp Amerongen een belangrijke Plek, wat zij gebruikte als inspiratie voor haar natuurbeschrijvingen in haar roman Het land, in brieven. Het werk van kunstenaars kan de beleving van een plaats beïnvloeden of je bewuster maken van het landschap waarin je je bevindt, stelt Van Ool.

Het gevoel dat de auteur kreeg op het Noordereiland was daarom niet alleen het uitgangspunt voor dit onderzoek, maar ook een uitnodiging aan vier makers om juist op deze plek werk tentoon te stellen. Wat gebeurt er op dit min of meer natuurlijke ogende Noordereiland – tussen de door mensenhanden gevormde siertuinen – wanneer vier jonge Utrechtse makers en één denker zich voor langere tijd aan dezelfde plek verbinden? Met welke lens kijken de makers naar dit afgebakende Noordereiland, wanneer zij hier opnieuw een laag aan toevoegen? Vanaf 28 september tot en met 28 december 2025 is onze gezamenlijke zoektocht te zien in de vorm van een openluchtexpositie Naar buiten! in de tuin van Kasteel Amerongen: een project van FAAM, Waterliniemuseum, Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief en Regionaal Archief Zuid Utrecht. https://faamutrecht.com/naar-buiten 

Bronnen

- Carla Oldenburger, Juliet Oldenburger, (Oldenburgers Historische Tuinen) ‘De groene geschiedenis van Huis Amerongen’, november 2003.
- Adwin de Kluyver, De eilanden van goed en kwaad, Amsterdam: Het Spectrum, 2024
- Marcel van Ool, Het innige landschap, Zeist: KNNV Uitgeverij, 2021.
- Marcel van Ool, M.J. Nooren, Het verlangen naar buiten: de Nederlandse geschiedenis van het buitenleven, Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2008.
- Hans Renes, ‘Water en buitenplaatsen’, in: C. Gietman e. a. (red.), Huis en habitus; over kastelen, buitenplaatsen en notabele levensvormen, Hilversum: Verloren, 2017.


Extra info

Thema Kastelen & buitenplaatsen
Type Geschreven verhaal
Regio Utrechtse Heuvelrug
Plaats Kasteel Amerongen, Drostestraat, 3958 BL Amerongen
Permalink
https://n2t.net/ark:/88585/47c96f55-808c-4e8b-90b9-b0328e474bbd

titel

2025 Landschap Erfgoed Utrecht