Gevangenis Hasenberg

Gezicht op de Stadhuisbrug te Utrecht uit het westen, met van links naar rechts de huizen Leeuwenstein, Nijenborg, De Gulden Arend, Klein Lichtenberg, Groot Lichtenberg en Hasenberg (met klokkentoren); rechts het huis Koeckenkelnaer, het hoekhuis van de Snippenvlucht, en op de achtergrond de Vismarkt met de Domtoren. N.B. De Snippenvlucht was een rij huizen met een houten voorgevel op de werf aan de westzijde van de Oudegracht tussen de Bezembrug en de Stadhuisbrug. Honich, A / 37827 / collectie Het Utrechts Archief - 1663

Niet geschikt voor onderdanigheid

Een dievegge in mannenkleren, niet ongebruikelijk in Utrecht

Op 29 maart 1673 werd Isabella Clara Geelvinck voor de rechtbank van Utrecht geleid om haar vonnis aan te horen. Zonder dat er marteling aan te pas hoefde te komen had ze haar laatste én grootste misdrijf bekend. Maar gedurende het onderzoek werd een ongebruikelijke ontdekking gedaan en kon Isabella ook in verband worden gebracht met een misdrijf van een paar jaar eerder. Toen vond in een herberg binnen de stad een diefstal plaats. Van de dader had men geen enkel spoor kunnen vinden. Men was namelijk op zoek naar een man. Het verhaal van een dievegge.

Isabella werd 36 jaar eerder geboren in Duitsland. Op jonge leeftijd verliet ze het ouderlijk huis in mannenkleren om te dienen in het leger. Nadat ze in dienst als ruiter en kok had gewerkt, trok ze naar Nederland.  Hier aangekomen vond ze, nog steeds in de gedaante van haar mannelijk alter ego, op verschillende plekken werk als knecht. Zeg maar de personal assistant van de 17de eeuw. Haar laatste betrekking was bij een heer in de omgeving van Amersfoort. Tijdens een tripje naar Utrecht, reisde Isabella mee als zijn knecht en werd ondergebracht in een van de herbergen van de stad. Het was hier dat ze haar eerste slag sloeg. Ze vertrok met de noorderzon uit de herberg. De buit: een lading zilver en linnengoed.

Veeg uit de pan

Nadat ze haar gedaante had veranderd, en nu als vrouw verder door het leven ging, lukte het haar om een betrekking als dienstmeid te krijgen bij een welgestelde vrouw in Utrecht. Op deze nieuwe werkplek stal ze meerdere keren geld uit een bureau. Toen ze op dit feit werd betrapt werd ze wél ontslagen, maar hoefde niet meteen te vertrekken. Of zoals het rechtbankverslag ons laat weten: ‘modelinghe bestraft ende om ter vervaertijt te vertrecken gelicentieert sijnde haer quaet comportement hadde behoren te beteren’. Lees: ze kreeg een flinke veeg uit de pan, mocht blijven tot het einde van haar contract en kreeg zo de kans om haar leven te beteren. Op verlenging hoefde ze waarschijnlijk niet te rekenen. Een nogal milde straf wanneer men bedenkt dat zelfs vandaag dag diefstal één van de weinige gronden is voor ontslag op staande voet.

 

Vervolgens gaat ze naar beneden en doet alsof haar neus bloedt, terwijl boven de vlammen om zich heen grijpen.

Naar boven met een hakmes

Dat ze geenszins van plan was om haar leven te beteren blijkt wel uit het vervolg van haar verhaal. Op 23 maart 1673 gaat ze in het huis van haar werkgever naar boven met een hakmes. Daarmee breekt ze een kist open in een van de personeelsvertrekken en steelt opnieuw geld. Om haar misdrijf te verdoezelen brengt ze een gloeiend kooltje naar boven op een nat stuk papier. Met het stro uit twee bedstedes zet ze niet alleen de opengebroken kist maar de hele kamer in lichterlaaie. Vervolgens gaat ze naar beneden en doet alsof haar neus bloedt, terwijl boven de vlammen om zich heen grijpen.

Quade gevolge

De nadruk in de tekst van het vonnis ligt op het ‘groot onheijl’ en de ‘quade gevolge’ die brandstichting teweeg kon brengen. Dit is een tijd van open vuren, houten huizen maar zonder professionele brandweer, stromend water en blusapparatuur. Dit verklaart waarom de straf heftig was, zelfs voor 17de eeuwse begrippen.

Ze werd in het openbaar gewurgd, en daarna verbrand. Levend verbranden was namelijk voorbehouden aan nóg ernstiger gevallen. Haar lichaam werd aan een paal tentoongesteld bij de Engelenburgh, een plek aan de Vaartsche Rijn waar men de passanten die de stad binnenkwamen, wilde afschrikken en waarschuwen om zich te gedragen.

Bronnen

Criminele sententiën, map 1670-1684 (Utrecht maart 29, 1673), collectie Het Utrechts Archief (blad 23 en 4). 

Dekker, R., & Pol, van de, L. (1989). Vrouwen in mannenkleren, de geschiedenis van de vrouwelijke travestie. Amsterdam: Maarten muninga, Wereldbibliotheek.

Michiel Zupec Profielfoto

Michiel Zupec

Studeerde muziekwetenschap, maar koestert een grenzeloze fascinatie voor alles wat met geschiedenis en cultuur te maken heeft.

Meer verhalen van deze auteur
Thema Niet geschikt voor onderdanigheid
Type Geschreven verhaal
Periode Vroegmoderne Tijd (1500 - 1800)
Regio Utrecht stad
Permalink
https://n2t.net/ark:/88585/92a7b57b-7d60-48bd-9943-832513d7ea5b

Dit vind je misschien ook interessant

2025 Landschap Erfgoed Utrecht