Request van de zusters van St. Maria Egyptiaca aan den paus

Request van de zusters van St. Maria Egyptiaca aan den paus, houdende verzoek om het recht, zich een eigen biechtvader uit de Regulieren- of Karthuizer-kloosters te Utrecht te kiezen, met toestemmende beschikking, 1443 jan. 8. Het Utrechts Archief, Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, Toegang 708, inv.nr. 1363 - 1443

Niet geschikt voor onderdanigheid

De kloosterzusters van Sint Maria Egyptiaca

Het leven als vrouw van lichte zeden is niet altijd even gemakkelijk. Het is fijn als het dan mogelijk is om een ander leven te beginnen. In Utrecht bood het klooster van Sint Maria Egyptiaca die mogelijkheid. Maar zo’n klooster is na een avontuurlijk leven ook wel saai. De kloosterzusters lieten het er niet bij zitten.

Sint Maria Egyptiaca was geboren in Egypte en leefde van ca. 344 tot ca. 421. Ze werkte als prostituee in Alexandrië. Later ging ze als marketentster (verkoopster) mee met pelgrims naar Jeruzalem. Daar besloot ze zich te bekeren tot het Christendom en haar oude levensstijl af te zweren. Ze bracht de rest van haar leven door als kluizenaar in de woestijn ten oosten van de rivier de Jordaan. Haar levensverhaal is opgeschreven door Sophronius, een bisschop van Jeruzalem.

Het klooster in Utrecht

De oorsprong van het Utrechtse klooster van Sint Maria Egyptiaca is onbekend. Het klooster lag in de Magdalenastraat bij het Sint Maria Magdalena gasthuis. In 1400 staat het voor het eerst genoemd in een archiefstuk van het stadsbestuur. Omdat het klooster zo dicht bij het Sint Maria Magdalena gasthuis lag, werd het al snel aangeduid als het Sint Maria Magdalenaklooster.

Gezicht op het St.-Maria Magdalenaklooster

Gezicht op het St.-Maria Magdalenaklooster te Utrecht uit het noorden Serrurier, L.P., tekenaar / 35074 / collectie Het Utrechts Archief - 1550

Saaie boel

Het leven in een klooster is natuurlijk wel wat anders dan een leven als prostituee. Elke dag meerdere malen bidden en zingen in de kerk, linnen weven tot je handen kapot zijn, een ruwe pij dragen en de enige man die je ziet is de priester aan wie je je zonden moet opbiechten. In 1427 bleken alle dames te zijn vertrokken en ze hadden zelfs huisraad en beddengoed meegenomen. Zo’n massaal vertrek was wel uniek, maar ook in later jaren kregen sommige dames spijt van hun bekering. Kennelijk lag de verleiding ook naast de deur. Het stadsbestuur besloot in 1438 dat er geen bordelen meer waren toegestaan in de Magdalenastraat.

Ordonnantie dat niemand in de St. Maria Magdalena-steeg bordeel zal mogen houden

Ordonnantie van den raad, houdende dat, zoo eene der zusters het zusterhuis verlaat, al haar goed aan het huis zal blijven en zij eeuwig uit de stad gebannen zal zijn, en verder dat niemand in de St. Maria Magdalena-steeg bordeel zal mogen houden, 1438 nov. 29 Het Utrechts Archief, Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, Toegang 708, ,inv.nr. 135 - 1438

In 1443 verzochten de zusters van Sint Maria Egyptiaca aan de paus, om zelf een biechtvader te kiezen uit één van de Utrechtse kloosters. Ze stuurden een document met een prachtig miniatuur naar de paus. Paus Eugenius IV stuurde dat ook weer terug, met zijn toestemming en nog een aparte pauselijke bul waarin hij de zusters het recht gaf om een eigen biechtvader te mogen kiezen.

Request van de zusters van St. Maria Egyptiaca aan den paus

Request van de zusters van St. Maria Egyptiaca aan den paus, houdende verzoek om het recht, zich een eigen biechtvader uit de Regulieren- of Karthuizer-kloosters te Utrecht te kiezen, met toestemmende beschikking, 1443 jan. 8. Het Utrechts Archief, Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, Toegang 708, inv.nr. 1363 - 1443

Na de reformatie werden alle kloosters in Utrecht opgeheven. In 1613, toen de laatste non in het klooster van Sint Maria Egyptiaca gestorven was, liet het stadsbestuur een boedelinventaris opmaken. De gebouwen kregen een andere bestemming en de kapel werd in 1697 afgebroken.

Documenten van het klooster zijn te bekijken in archieftoegang 708, vanaf inventarisnummer 1351, bij Het Utrechts Archief

Fragment van titelvignet met een schrijvende vrouw

Nettie Stoppelenburg

Vakspecialist, historica en schrijver.

Meer verhalen van deze auteur
Thema Niet geschikt voor onderdanigheid
Type Geschreven verhaal
Periode Late Middeleeuwen (1000 - 1500)
Regio Utrecht stad
Plaats Utrecht
Permalink
https://n2t.net/ark:/88585/f4b426fd-1a25-4285-8aae-c9a0c5c46992
2025 Landschap Erfgoed Utrecht